Walli en Miep lopen samen langs het strand. Opeens ziet Miep iets groens in het zand liggen. “Kijk Walli, daar ligt een groene fles! En het lijkt wel of er een brief in zit!” roept Miep. Walli kijkt naar de fles. “Dit is flessenpost, Miep. Dan wordt er een brief of een andere belangrijke boodschap in een fles gestopt en in zee gegooid. De zee brengt de fles dan aan land, zodat iemand hem weer kan vinden.” Legt Walli uit.

“Owwww, leuk! Zegt Miep. “Mag ik hem open maken Walli, ahh toe?!” vraagt Miep. Walli vind dit geen probleem en ze maken samen de flessenpost open. Tot hun grote verbazing zit er geen brief in de fles, maar een heuze schatkaart! “Waaauw!” Roepen Walli en Miep in koor. “Laten we op zoek gaan naar de schat! Dat is pas een leuk avontuur!”

Walli & Miep Flessenpost
Walli en Miep bekijken samen de schatkaart. “Volgens mij… moet je die kant op, en dan die kant op, en dan uhhhh….” mompelt Walli. “Volgens mij… hebben we een boot nodig” zegt Miep zachtjes. “Ik denk dat je gelijk hebt Miep” zegt Walli. “Laten we die boot daar nemen!” Miep wijst naar een houten roeibootje even verderop.

Walli en Miep kruipen samen in het bootje en gaan de zee op, op zoek naar de schat. “We moeten die kant op” zegt Miep. En ze roeien, en roeien… maar door. “Schip ahoy!” roept Walli. “Ik zie land, daar moet de schat zijn!”

Wanneer ze dichter bij het eiland komen, zien Walli en Miep dat het eiland niet leeg is. Ze zien in de verte namelijk een groot piratenschip, gestrand op het eiland liggen. “Oneeee” zegt Miep. “Misschien zijn de piraten nog wel op dat eiland Walli. Misschien moeten we terug gaan!”

“Nee, joh Miep. Dat eiland is vast en zeker helemaal leeg. Dat schip is gewoon aangespoeld.” zegt Walli. “Laten we die schat gaan halen!”

Walli & Miep Op Zoek Naar De Schat2

Wanneer Walli en Miep bij het eiland aankomen, zien ze meteen dat het eiland wel dergelijk bewoond wordt! Er woont overduidelijk een schipbreukeling op dit eiland. “Misschien heeft hij hulp nodig” zegt Walli. “Laten we de schatkaart volgen, misschien worden we dan naar de schat, en de schipbreukeling gebracht.”

Walli had gelijk, ze volgde de kaart en kwamen uit bij de schat. Maar bij die schat, stond een grote enge piraat.

“Zijn jullie gekomen om me te redden?! Roept de piraat vrolijk. “Ik ben Kapitein Groot Neus, aangenaam. Ik zit al maanden vast op dit eiland! Zoals jullie zien is mijn schip zwaar beschadigd geraakt in een verschrikkelijke storm. Ik ben al mijn bemanning kwijt. Het enige wat ik nog heb is mijn schatkist.” De piraat stopt maar niet met praten, zo blij is hij dat Walli en Miep er zijn.

Walli en Miep kunnen hun eigen ogen haast niet geloven. Er staat een ECHTE piraat voor hun neus. Dat is niet het enige, die piraat heeft ook een ECHTE schat! “Mmmmaar Walli?” fluistert Miep zachtjes. “We hebben toch helemaal geen plek op ons bootje voor Kapitein Groot Neus en zijn schat?” Walli denkt na. “Je hebt gelijk Miep. We hebben geen plek voor de schat EN de Kapitein. We kunnen er maar één meenemen.”

“Maar Walli, welke nemen we dan mee? De schat of de Kapitein?” fluistert Miep zachtjes. “Jullie weten dat ik jullie kan horen, he!” Roept Kapitein Groot Neus. Walli en Miep schrikken zich een hoedje. “Ssssorry Kapitein” zegt Walli. “We hebben maar een klein boot, er is geen ruimte voor u EN uw schat. U zult uw schat hier achter moeten laten als u met ons mee wilt.” zegt Walli angstig.

“Hahaha” buldert de Kapitein. “Jullie krijgen van mij zoveel goudstukken als jullie kunnen dragen, als dank voor jullie hulp! De rest van mijn schat verstop ik hier op het eiland, zodat ik hem later kan ophalen!”

“Pff, gelukkig maar” en Walli en Miep vegen het zweet van hun voor hoofd. “Zullen we dan maar snel gaan?”

(Visited 92 times, 1 visits today)